Vorige week was in het nieuws dat de Van Nellefabriek in Rotterdam een plaats heeft gekregen op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Ik googelde direct op Kwakoe Festival en Unesco. Waarom? Ook zogenaamd levend erfgoed kan sinds 2012 in Nederland in aanmerking komen om voorgedragen te worden voor een Unescolijst. In 2010 en 2011 heb ik daar chats en gesprekken over gehad met verschillende Kwakoe liefhebbers. En daar is het wat mij betreft toe bij gebleven.
De Van Nellefabriek is een voorbeeld van materieel erfgoed dat van unieke en universele waarde is bevonden om beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties. Materieel (cultureel) erfgoed omvat de voor onze cultuur en geschiedenis waardevol geachte materiele kenmerken van die cultuur uit het verleden. Denk aan monumenten, archeologische vondsten, verzamelingen, archieven en beschermde stads- en dorpsgezichten, en kunstwerken.
Immaterieel erfgoed
Maar erfgoed kan ook immaterieel zijn. En ook immaterieel erfgoed kan op de werelderfgoedlijst van de Unesco komen. Immaterieeel erfgoed is zogenaamd ‘levend erfgoed’. Het omvat sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis of vaardigheden die gemeenschappen en groepen erkennen als een vorm van cultureel erfgoed.
Mijn Kwakoe op de Unesco-lijst?
In 2010 toen mij voor het eerst duidelijk werd dat immaterieel erfgoed uit Nederland straks ook op die Unesco lijst kon komen, dacht ik direct aan het Kwakoe Festival. En ik was niet de enige. Een festival dat ik als vijftienjarig meisje van buiten Amsterdam (opgevoed door mijn Engels-Nederlandse moeder) voor het eerst bezocht en daarna regelmatig in de jaren ’80 en ’90. Op Kwakoe kreeg ik een beetje hetzelfde gevoel dat ik jaren later kreeg toen ik mijn eerste reis richting Suriname en Trinidad en Tobago maakte. Een gevoel van thuiskomen. Heel veel mensen met mijn kleur, de kleur van mijn vader, mijn broer en van andere familieleden.
Gevoel van erbij horen
Een bijzonder kenmerk van immaterieel erfgoed is dat het wordt overgedragen van generatie op generatie en belangrijk is voor een gemeenschappelijke identiteit. Ik vond die gemeenschappelijke identiteit in een gevoel van een gemeenschappelijke herkomst/ migratiegeschiedenis van mijn vader. Mijn vader die op 17-jarige leeftijd vanuit Suriname naar Nederland migreerde. Ondanks alle verschillen kreeg ik meer dan alleen op basis van mijn huidskleur en de wijze waarop mensen wel of juist niet naar mij keken, het gevoel dat ik erbij hoorde. Ik voelde me trots op het eten, de prachtige mensen, de uitstraling en kleding van de bezoekers, de muziek…Tijdens die paar uurtjes Kwakoe voelde ik me verbonden met mijn vaders migratiegeschiedenis. En ook mijn vader leek zichtbaar trots om mij in deze ‘wereld’ te introduceren.
Kwakoe Festival
Kwakoe begint in 1975 als een kleinschalig voetbaltoernooi tussen de hoogbouw van de bijlmermeer. Het Zomerfestival (nu genaamd Kwaku) is ontstaan in de jaren zeventig vanuit de behoefte van de Surinaamse gemeenschap om in de zomermaanden elkaar te ontmoeten in de openbare ruimte. Voetballen, eten en ontmoeting gedurende de zomervakantie in het Bijlmerpark in Zuidoost. De bezoekers van Zuidoost en velen daarbuiten hebben een bijzondere band met het festival. Het is van origine een Surinaams festival, maar ontwikkelde zich de laatste jaren tot een multicultureel misschien Caribisch festival. Tradities zijn immers veranderlijk.
Ontsluiten Kwakoe Erfgoed
Als ik de criteria van de Unesco oppervlakkig scan, zou het Kwakoe Festival of (nu genaamd Kwaku Festiva)l in aanmerking moeten komen voor een plaats op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Met bijzondere aandacht voor het criterium dat de gemeenschap de problemen in de overdracht naar volgende generaties in kaart brengt en zich inzet om deze knelpunten op te lossen. En met de uitdaging dat aandacht wordt besteed aan de dynamiek, aan de hedendaagse varianten, en de nostalgische gevoelens?
Wat betekende Kwakoe voor bezoekers in de jaren 70, 80, 90? Wat betekent Kwakoe voor huidige bezoekers? Welke oma of opa of vader of moeder uit Zuidoost heeft nu kinderen of kleinkinderen die Kwakoe bezoeken? Wie waren de eerste kraamhouders? En welke mannen en jongens hebben voetbalherinneringen aan Kwakoe?
Als dochter van een Surinaamse-Antilliaanse vader en een Engels-Nederlandse moeder, getrouwd met een Surinaamse man en moeder van twee Amsterdamse dochters die zichzelf Surinaams noemen, sta ik te trappelen om de verhalen en ervaringen van bezoekers, standhouders, organisatoren etc professioneel vast te leggen. Misschien kan het toegankelijk maken van deze verhalen Kwakoe (nu genaamd Kwaku) weer in een positief daglicht plaatsen. En zichtbaar maken dat Kwakoe of Kwaku veel meer is dan het zoveelste festival!